Door Kirsten Hannema
Fotografen project: Ossip van Duyvenbode, Jeroen Musch, Marcel van der Burg

Jullie hebben je halve carrière aan Pontsteiger gewerkt. Wat was een onvergetelijk moment?
Floor Arons: ‘Zoals bij elke conceptie was de bevruchting het leukste: het maken van het ontwerp. We hebben eindeloos gezocht naar de ultieme vorm voor het gebouw, en hoe het op zijn plek aan de haven moest landen. Die hele gedachtegang is bepalend geweest voor de dertien jaar dat we eraan hebben gesleuteld. Het gebouw wordt gezien als icoon, maar begon in 2007 als een volkshuisvestingsproject van Amsterdamse woningcorporaties. In de economische crisis heeft het verschillende incarnaties ondergaan, van studentenhuisvesting tot zorgwoningen.’
Arnoud Gelauff: ‘De archetypische vorm bleef overeind, daarin zat kennelijk een enorme belofte. En het bleek elk programma in zich op te kunnen nemen. Uiteindelijk is het project gekaapt door dure woningen.’
FA: Ik zou zeggen: in bezit genomen. Maar we zien inderdaad, met lede ogen, dat het gebouw nu gebruikt wordt als symbool van de onbereikbare woningmarkt.’

Jullie herkenden je direct in het thema van de Abe Bonnema Architectuurprijs 2021: impact.
AG: ‘Het sluit naadloos aan bij wat Pontsteiger wil: impact maken op zijn omgeving. Het gebouw is een nieuw ankerpunt in de stad. Als je ziet hoeveel mensen foto’s delen op social media, dat er klei- en borduurwerkjes van gemaakt worden en het project is opgenomen in een wiskundeboek voor 4vwo – ook dat is impact. En dat met simpele woningbouw, wat toch iets anders is dan wanneer je een theater bouwt.’
FA: ‘Mentaal markeert Pontsteiger een belangrijk moment: de sprong over het IJ, richting Noord. In 2006 was Noord nog een onontgonnen gebied, maar wij zagen dat er mooie dingen stonden te gebeuren. Zoals Amsterdam ooit langs de Amstel uitbreidde, gaat de stad de komende decennia langs de IJ-oevers doorgroeien. Daarom hebben we ervoor gestreden om de pontverbinding, die de fysieke verbinding maakt en waar het gebouw naar vernoemd is, terug te brengen.’
AG: ‘We willen met dit project het hoogbouwdebat verder brengen. Blijven we torens bouwen onder het motto ‘wie is de hoogste’, met onderin de mindere woningen en bovenin views voor the happy few? Pontsteiger, dat met zijn 90 meter hoogte aansluit bij omringende gebouwen als de ADAM-toren, gaat over het maken van een fijne leefomgeving: de zandlopervorm, die boven het maaiveld is opgetild om een plein aan het water aan te leggen, is een directe vertaling van ons onderzoek naar woonwensen. Daaruit bleek dat mensen ofwel dichtbij het straatleven, ofwel hoog in de lucht willen wonen.’

In het huidige woningbouwdebat wordt vooral over aantallen gesproken.
FA: ‘Bouwbedrijven gebruiken de woningcrisis voor hun eigen belang. In plaats van stedelijke verdichting, waarbij we inzetten op duurzame mobiliteit en het buitengebied sparen, willen ze woonwijken in de weilanden uitrollen om snel veel winst te maken. Hun argument: dat is wat de mensen willen. Terwijl Pontsteiger laat zien hoe je in de stad met hoge kwaliteit kunt wonen.’
AG: ‘Architectuur wordt vaak geframed als een obstakel tussen de ontwikkelaar en het rendement dat hij wil maken. Pontsteiger bewijst het tegendeel. Ontwikkelaars De Nijs en Dura hebben ontwerp ingezet om meerwaarde te creëren. Midden in de crisis, toen iedereen zei: dat moet je niet doen, hebben zij het aangedurfd om het project over te nemen en het voor elkaar gebokst om het ook te maken. Daarvoor zijn ze rijkelijk beloond.
Een van de grootste complimenten die we ooit kregen, was dat pensioenfonds Bouwinvest het project zag, en zei: daar móéten we in investeren. Ze vonden dat Pontsteiger ‘alles wat de Nederlandse bouw vermag’ vertegenwoordigt. Het pensioen dat de vijfduizend Nederlandse bouwvakkers die eraan werkten afdroegen, is letterlijk belegd in het gebouw.’

Heeft alle aandacht voor het project werk opgeleverd?
FA: ‘We merken dat het, groot als het is, ook tegen je kan werken. Mensen zijn niet geneigd om nog voor iets kleins te bellen.’
AG: ‘Misschien oogt het intimiderend. Zo willen we niet in de markt staan.’
FA: ‘Het helpt in elk geval niet in het krijgen van opdrachten, zoals een brug. De regels bij Europese aanbestedingen stellen dat je dan al bruggen moet hebben gebouwd. Terwijl we met Pontsteiger feitelijk op zestig meter hoogte een Ponte Vecchio hebben gerealiseerd.’
AG: ‘Wat het project wel heeft opgeleverd, is een zeker respect. Als we met bouwers aan tafel zitten en zeggen dat iets kan, kijken ze niet meer meewarig.’

Als je nog een verandering door mocht voeren, wat zou je dan doen?

FA: ‘Het hotel in de ‘brug’ plaatsen!’
AG: ‘In het oorspronkelijke plan hadden we op die plek een nachtclub bedacht, bereikbaar via een lift vanaf het plein. In het bestemmingsplan was daarvoor een hotelfunctie opgenomen, die is erin gebleven toen in 2014 de nachtclub werd ingeruild voor woningen. Vervolgens zijn tot onze grote frustratie in de paviljoens rond het plein – ontworpen voor stedelijke functies – hotelkamers gemaakt, waarin toeristen nu met de gordijnen dicht hun roes uitslapen. De hotelbar wordt wel goed bezocht, maar die reuring zouden we in de hele plint willen zien.’

Stel dat jullie de Abe Bonnema Architectuurprijs winnen, wat dan?
AG: ‘Met het prijzengeld zouden we een project opzetten om het werken met 3D-informatiesystemen te stimuleren. Door Pontsteiger heeft het werken met Building Information Modelling (BIM) in ons bureau een hoge vlucht genomen, en in 2018 wonnen we met Pontsteiger de Building Smart Award. We zien dat je met deze werkwijze extra kwaliteit kunt behalen. Alle partijen werken met hetzelfde model, waarbij je ‘intapt’ op de kennis van de hele bouwketen en sneller ziet waar problemen of verbetermogelijkheden zitten.’

FA: ‘Wij hebben tools ontwikkeld om informatie makkelijker in die modellen te krijgen. Denk aan bouwfysische rapportages, waarbij je op een element klikt en direct de isolatie- en brandveiligheidswaarden ziet. Of aan het materialenpaspoort, een belangrijk instrument bij circulair bouwen. Het is ontzettend leuk om op deze manier te werken, toch merken we dat veel architecten huiverig zijn. We willen deze slimme manier van bouwen verder brengen.’

Floor Arons studeerde in 1993 af aan de TU Delft. In 1994 werd Arnoud Gelauff, die de Academie van Bouwkunst volgde, zijn collega bij De Architectengroep. Twee jaar later startten ze Arons en Gelauff architecten, nadat hun samenwerking had geleid tot een Archiprix-nominatie en winst van Europan 4.
Het bureau houdt zich vooral bezig met het ontwerpen van grootschalige stedelijke woningbouwopgaven, die duurzaam en steeds vaker circulair zijn. Projecten van het bureau worden regelmatig genomineerd voor architectuurprijzen.
Naast het nu genomineerde Amsterdamse project Pontsteiger, ontving het bureau in 2017 de Zuiderkerkprijs voor Wiener & Co. Arnoud Gelauff doceert aan de Academie van Bouwkunst, Floor Arons leidt de ontwerpstudio hout aan de TU Delft. De Pontsteiger werd ook genomineerd voor de Amsterdamse Nieuwbouwprijs en won in de categorie Icoon en Identiteit van het Beste Gebouw van de BNA in 2019.

aronsengelauff.nl