Fotografie door: Jonathan Widdershoven

Deze monumentale hoeve in Maastricht uit 1843 is getransformeerd tot woon- en werkatelier. Door hergebruik van eigen mergelblokken en veldbrandstenen bleven de historische elementen van de oorspronkelijke boerderij met binnenplaats behouden, terwijl circulaire bouwmethoden en ecologische materialen zijn geïntegreerd.
Elke ruimte respecteert de oorspronkelijke functies van de boerderij. Er wordt geslapen op de voormalige hooizolder, gewerkt in de intacte paardenstal, ontspannen in de voormalige koeienstal, en gekookt en gegeten waar vroeger de kippen en varkens leefden. Deze aanpak weerspiegelt het veelzijdige leven op een traditionele boerderij, waar alle aspecten op een alledaagse manier samenkomen.
Het project omarmt de eenvoudige levensstijl van de keuterboer, die hier sinds de late middeleeuwen verbleef. De historische context illustreert een bouwmethode van geleidelijk aanpassen en uitbreiden, waarbij reparatie centraal stond. De architect volgt bij zijn ontwerp dit pragmatische principe: is er behoefte aan een raam, dan komt er een gevelopening. De begane grond is opgetrokken uit veldbrandsteen en mergel, afkomstig uit de stallen. Er werd geëxperimenteerd met de kalklaag tussen de stenen, gedeeltelijk restmateriaal van de oude mergelblokken. Dit trial-and-error proces is een essentieel onderdeel van de aanpak. De eerste verdieping en de daken zijn vervaardigd uit CLT, waardoor een vernieuwende insteek wordt gegeven aan traditionele bouwmethoden. Deze combinatie van historische en innovatieve materialen en technieken resulteert in een gebouw dat het verleden eert en tegelijkertijd een blik op de toekomst werpt.

Fotografie door: Jonathan Widdershoven