UITBREIDING PARK VIJVERSBERG
Marieke Kums [MK]: ‘In 2011 zijn door Stichting Op Toutenburg van Park Vijversburg drie prijsvragen uitgeschreven: voor twee nieuwe uitbreidingen van het park en een architectuuropgave voor een nieuw bezoekerscentrum. Wij wonnen de prijsvraag voor de laatste. Zowel het park als de historische villa zijn rijksmonumenten. Wij hebben daarom een paviljoen ontworpen als verlengde van de villa, een aanbouw die tegelijkertijd vloeiend overgaat in het historische landschap. Het paviljoen gaat nadrukkelijk geen competitie aan met het bestaande gebouw door het te verdiepen en zo transparant mogelijk uit te voeren.’
‘Het ontwerp is heel intuïtief tot stand gekomen. Bij bezoek aan de locatie waren we onder de indruk van de grootte en de schoonheid van het park. De vorm is echt ontstaan vanuit deze plek. Het project is meer landschap dan gebouw; het neemt de kenmerken van de omgeving over en is eigenlijk heel eenvoudig in vorm en materiaal. We hebben met de landschappelijke vorm en eenvoudige detaillering verbinding willen maken met de natuur. Wanneer je in het gebouw bent gaat het in de eerste plaats om de beleving van het park, niet om het paviljoen zelf.’
‘Met zo min mogelijk materialen is geprobeerd om het juiste effect te bereiken. Er is gewerkt met beton voor de vloer – het looppad – en staal voor de grote overspanningen in het dak. Daartussen is er alleen glas. In de eerste schetsen waren er nog kolommetjes te zien die het dak zouden dragen. In nauwe samenwerking met de constructeur ABT is het gelukt om de constructie volledig uit glas te laten bestaan. De glazen gevelpanelen dragen het dak.’
‘Ook de restauratie van het landhuis hoorde bij de opdracht. Voor de opkamers en de verdieping is nauw samengewerkt met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en is vooral gezocht naar historische referenties. Voor de entree en het restaurantdeel hebben wij meer bewegingsvrijheid gekregen en gekozen voor een open ruimte en lichte kleuren. Anders dan in het oorspronkelijke programma, zijn de receptie en entree in het bestaande landhuis geplaatst. Het paviljoen opent zich nu heel natuurlijk vanuit het landhuis naar het park.’
DE OPDRACHT EN HET PROCES
MK: ‘Van tevoren is er een planning en heb je een traject in je hoofd. Bij dit project zijn we langer bezig geweest dan oorspronkelijk gedacht: in totaal zeven jaar. Het was wel een heel bijzonder proces, waarbij er bijvoorbeeld in de voorbereiding veel tijd is besteed aan extra historisch onderzoek.’
‘Ook de bouw heeft langer geduurd. Zo werden er kaarsrechte glaspanelen uit China aangeleverd terwijl dat toch echt vooral gebogen panelen moesten zijn. Deze zijn vervolgens opnieuw geproduceerd. Daarbij ging het moederbedrijf van de aannemer failliet en heeft een andere aannemer het werk afgerond. Overigens erg goed! Iedereen heeft al die tijd ontzettend hard gewerkt en het project een warm hart toegedragen. Alle betrokkenen hebben veel gedaan om er iets speciaals van te maken.’
‘Tijdens het gehele traject hebben we van de opdrachtgever veel vertrouwen gekregen en waren we verantwoordelijk tot en met de uitvoering. Zo’n kans krijg je als jonge architect niet vaak in Nederland. Tot aan de deurmatten hebben we meegedacht. Heel bijzonder.’
‘Stichting Op Toutenburg is heel blij met het project. Ze zien het paviljoen als een kunstwerk, als een sculptuur in het park. Sommige buurtbewoners vonden het eerst maar een vreemd gebouw. Maar nu het klaar is, hoor ik dat het paviljoen bij de omwonenden en vrijwilligers van het park hun kijk op architectuur en kunst heeft veranderd. Misschien ben ik daar wel het meest trots op.’
VISIE, AMBITIE EN PASSIE
MK: ‘Architectuur is een erg optimistisch vakgebied: je wilt in principe met elkaar iets fantastisch maken. Je wilt als architect andere mensen kunnen overtuigen van iets moois dat je voor een plek ziet, maar dat voor anderen dan wellicht nog niet zichtbaar is. Voor mij is daarbij de combinatie van verbeelding, techniek – het uitvinden van dingen – en het maken van ruimten voor mensen wat het vak zo boeiend maakt.’
‘Ik hoor wel eens dat mensen vinden dat ik een herkenbare vorm-signatuur heb. Maar het is nooit mijn intentie om bepaalde vormen te maken of herhalen. Het gaat mij om de wijze waarop een ruimte werkt en hoe de gebruikers zich daarin kunnen voortbewegen. Ik maak graag een zo licht mogelijke architectuur, zodat mensen een eigen invulling aan het gebruik kunnen geven. Een goede ruimte is voor mij een ruimte die vloeiend blijft, dynamisch is. Dat kan je bereiken met vormen, maar ook met lichtinvloeden en materialen.’
‘Misschien heb ik wel een beetje een Japanse manier van ontwerpen overgenomen, nadat ik daar enige jaren heb gewerkt. In Japan is een ontwerpproces geen gesloten traject, alle opties blijven zo lang mogelijk open. Je gaat bepaalde paden pas afsluiten als dat echt moet. Zo werk ik ook graag: heel intuïtief, zoveel mogelijk kansen onderzoeken en pas een beslissing nemen als je het heel zeker weet.’
‘In de toekomst hoop ik nog veel verschillende projecten te mogen maken. Niet alleen kleinere maar ook grotere, bijvoorbeeld een universiteit, theater of nationaal museum. Daarnaast ben ik heel nieuwsgierig naar bepaalde ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van 3D productietechnieken en de invloed van het klimaat op de gebouwde omgeving. Ook wil ik graag op meerdere fronten met architectuur bezig zijn, zoals het vertellen en schrijven over architectuur. Om ruimte te hebben voor reflectie en onderzoek, om zo door te kunnen blijven groeien.’
DE BETEKENIS VAN DE ABE BONNEMA PRIJS EN DE NOMINATIE
MK: ‘Het is een eer om genomineerd te zijn. De Abe Bonnema Prijs vind ik een mooi initiatief. Het is goed om extra aandacht te besteden aan bijzondere projecten. Het is een serieuze prijs, de jurering en alles eromheen worden serieus aangepakt. Dat straalt heel positief af op de genomineerden en ondersteunt zo het toekomstige werk van de jongere generatie architecten.’
Tekst door Caroline Kruit, opgemaakt na een gesprek op 25 oktober 2018 met Marieke Kums, op locatie in Tietsjerk
Marieke Kums studeerde met een Fulbright beurs aan het Massachusetts Institute of Technology MIT in Boston en voltooide haar studie aan de TU Delft, waar zij in 2005 cum laude haar Mastertitel in Architectuur behaalde. Tussen 2003 and 2005 werkte Kums bij OMA / Rem Koolhaas en van 2006 tot 2009 bij SANAA / Kazuyo Sejima; Ruye Nishizawa in Tokyo. Kums werd uitgenodigd als gastdocent en als external critic bij verschillende architectuurscholen en instituten zoals de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, de TU Delft, Yokohama GSA, MIT en Princeton University. In 2014 was Kums genomineerde voor de Prix de Rome en in 2018 was zij een van de laureaten van de ‘40 under 40 Emerging Architects in Europe Award’.