De Nederlandsche Cacaofabriek in Helmond ging in de 1930’er jaren failliet en heeft in de decennia daarna veel wijzigingen ondergaan. Zo is de karakteristieke schildkap verdwenen en is een deel door brand verloren gegaan. Niettemin behoorde het nog altijd tot het meest kenmerkende industriële erfgoed van de stad. Vanaf 2014 behuist het een culturele hotspot met o.a. een poppodium, filmhuis, tentoonstellingsruimten, horeca en werkruimten voor bedrijven in de creatieve industrie.
Het ontwerp heeft ingezet op een eigentijds, modern en herkenbaar cultuurcluster. Vanwege de gebrekkige technische staat van de verschillende bouwdelen en de grote kwetsbaarheid van de steensoort gebruikt in het hoofdgebouw, is gekozen voor oplossingen die de oorspronkelijke fabriek vooral weerspiegelen in een geabstraheerd vormenspel. De schildkap is terug, maar met een hedendaags en speels voorkomen in roestvast staal. De gevels van het hoofdgebouw waren door de jaren meermaals geverfd. Terugbrengen in de oorspronkelijke staat zou kostbaar zijn, tijdrovend en veel risico tot vochtdoorslag geven. Na plaatselijk herstel hebben zij daarom een behandeling gekregen met witte Keim, een mineraalverf die goed hecht en een grote mate van bescherming, duurzaamheid en lichtechtheid biedt. In combinatie met de nieuwe schildkap geeft dit een bijna onstoffelijk beeld dat toch onmiskenbaar te herkennen is als de Cacaofabriek.
Een aanbouw uit de jaren twintig verkeerde in zeer slechte staat en is vervangen door moderne nieuwbouw voor de creatieve industrie, waarbij de bestaande gevel langs het water is hergebruikt en daar beeldbepalend is gebleven. De oorspronkelijke hoofdbebouwing vormt samen met de aanbouw een u-vormig binnenhof waarin het poppodium en de centrale foyer zijn ondergebracht in een nieuwbouwvolume. Ten behoeve van akoestische ontkoppeling alsmede daglichttoetreding en ruimtelijke beleving in het nieuw gevormde ensemble is dit volume op enige afstand van de basis van de u-vorm geplaatst.