De verbouwing van het Rijksmuseum was de afgelopen 14 jaar een gemeenschappelijk project van het Rijksmuseum, Rijksgebouwendienst en ministerie van OCW. Onder de projectnaam Het Nieuwe Rijksmuseum is zowel de bouw als de inrichting vanuit deze drie partijen aangestuurd.
De vernieuwing moest ervoor zorgen dat het hele gebouw in topconditie kwam. Gekozen werd voor hypermoderne en uiterst geavanceerde technieken, zodat het museum qua museale mogelijkheden, klimaateisen en bezoekersfaciliteiten zou voldoen aan de eisen van de 21ste eeuw. In 2000 werd bepaald waar de vernieuwing van het Rijksmuseum aan moest voldoen. Het motto daarbij was ‘Verder met Cuypers’: enerzijds moest de helderheid van het oorspronkelijke Cuypersontwerp worden teruggebracht in het gebouw, net als de vele prachtige details en decoraties die in de loop der tijd verloren waren gegaan. Anderzijds moest het gebouw worden aangepast aan de eisen van de 21ste eeuw – klimaateisen, veiligheidseisen en moderne faciliteiten – en geschikt gemaakt voor de verwachte miljoenen bezoekers.
Op basis van dit inhoudelijke eisenpakket en een voorstudie door architect Hans Ruijssenaars werd aan zeven internationaal befaamde architecten gevraagd een ontwerp te maken voor de renovatie, restauratie en nieuwbouw. In opdracht van de Rijksgebouwendienst en onder leiding van toenmalig Rijksbouwmeester Jo Coenen viel de keus op het Spaanse architectenduo Antonio Cruz en Antonio Ortiz, van bureau Cruz y Ortiz.
Een van de redenen juist hun ontwerp te kiezen was hun uitnemende en elegante oplossing voor de entree van het Rijksmuseum. De oude entree was relatief klein en onopvallend, niet centraal gelegen en had een beperkte uitstraling. Cruz y Ortiz ontwierpen de entree in het midden van het Rijksmuseum, de plek waar ook Cuypers haar ooit ook wilde. Voor de restauratie van dit belangrijke rijksmonument werd het bureau Van Hoogevest Architecten ingeschakeld.