Door Kirsten Hannema
Fotograaf project: Jannes Linders
Architect Endry van Velzen heeft met zijn bureau De Nijl Architecten vijftien jaar gewerkt aan de vernieuwing van winkelcentrum Anklaar in Apeldoorn. Hij is een van de vijf genomineerden voor de Abe Bonnema Architectuurprijs 2021. Het winkelcentrum functioneert alsof het er altijd heeft gestaan.
Welke plek heeft dit project binnen jouw oeuvre?
‘Zo’n dertig jaar geleden rolde ik met ons bureau de herstructurering van naoorlogse wijken in. Door heel Nederland heb ik gewerkt aan vernieuwing van woningen en voorzieningen, als architect en stedenbouwer. Bij het project voor de vernieuwing van winkelcentrum Anklaar in Apeldoorn zijn we op beide schaalniveaus betrokken. In 2004 werden we voor het masterplan geselecteerd door de gemeente Apeldoorn, tien jaar later door ontwikkelaar MAB om een deel daarvan te ontwerpen.
Het plan omvat zestig woningen, met mooie, ruime plattegronden, maar dat is niet de kern van wat we hebben gedaan. De ontwikkelingsopbrengst zit in de winkels; de woningen moesten zo effectief mogelijk daarboven worden ontworpen, op het stramien van de ondergrondse parkeergarage. We hebben de winkels ‘gebruikt’ om de wanden van de straten en pleinen te vormen. Dit plan laat zien dat werken aan stadsvernieuwing om meer dan woningen en winkels gaat; het heeft ook te maken met de verbetering van de publieke ruimte.’
Je vindt het belangrijk dat een project zich ‘hecht’ aan zijn omgeving. Waarom?
‘De naoorlogse stad is best ingewikkeld om in te werken, omdat ze open is, en geen rooilijnen kent. Vaak heeft een ingreep als deze tot gevolg dat het nieuwe centrum zich manifesteert als een eiland, of een vlag op een modderschuit.’
‘Bij de start van het project in 1999 was door de gemeente besloten om de nieuwe Vinexwijk Zuidbroek geen eigen centrum te geven, maar aan te takken op het – volledig te renoveren – winkelcentrum Anklaar, dat bij de wijk Zevenhuizen hoort. Zo ontstond tegelijk een programma voor de herstructurering van de buurt. Die aantakking kwam tot uitdrukking in het doortrekken van de Singelstructuren en de Sluisoordlaan, en in de aanleg van een centraal plein met het marktpaviljoen en plekken aan het water.’
‘Wat wij hebben toegevoegd in ons stedenbouwkundig plan en de architectuur, is de ruimtelijke verknoping van de nieuwe gebouwen en open ruimten met de omgeving. Dat zit ‘m allereerst in de verkavelingsstructuur en de maatvoering. De lijnen en routes uit de omringende straten krijgen een ‘antwoord’ in het centrum. De gelige kleur en het naoorlogse beton uit de omgeving hebben we opgepakt en uitgewerkt in een meer traditionele compositie. Daardoor voegt het project zich en creëren we tegelijk een eigen identiteit.’
Het ontwerp van de Franse architect August Perret voor de naoorlogse herbouw van Le Havre was daarbij een inspiratiebron. Hoe kwam je daarbij?
‘Het maken van een winkelcentrum gaat over logistiek en sfeer. Je moet je fiets kunnen stallen, makkelijk met de auto in de parkeergarage rijden vanaf de Apeldoornse binnenring, de machine van laden en lossen moet perfect functioneren. Tegelijkertijd is de ambiance belangrijk, zeker met de concurrentie van online shoppen. De wekelijkse markt biedt al een mooie aanleiding. We wilden een verblijfsplek maken waar het prettig toeven is. Intimiteit is het eerste woord dat me te binnen schiet. Waar baseer je die sfeer op en hoe kun je de potentie van het naoorlogse idioom daarbij benutten?’
‘In sommige moderne architectuur herken ik een klassieke ondertoon. Denk aan het werk van Mies van der Rohe. Als je zo kijkt, is het modernisme geen breuk met het verleden, maar zie je hoe traditie erin doorwerkt. Het ontwerp voor Le Havre, dat na het bombardement in de Tweede Wereldoorlog in de jaren vfijtig en zestig is herbouwd, is een sprekend voorbeeld. Ik vond het belangrijk om aan winkeliers en gemeentemedewerkers die niet direct enthousiast waren over de jarenzestigarchitectuur, te tonen welke rijkdom erin schuilgaat.’
‘Perret is een geweldige architect als het gaat om orde en geleding van gevels. Die kwaliteiten hebben we in het beeldkwaliteitsplan vastgelegd en in onze architectuur uitgewerkt. Zo zie je boven de winkels een lijn van Franse balkons en een daklijst die ook in de rest van het plan doorloopt. Het spel met beton en baksteen, het contrast tussen paviljoens en bouwblokken, de arcade aan het voorplein; het zijn motieven die Perret ook gebruikt. Die enorme arcade tempert de primaire commerciële uitstraling van de supermarkt met zijn grote glasruiten en LED-verlichting. Dat geldt ook voor de penanten; door de diepte van de negges ‘sluit’ de gevel zich als je overhoeks kijkt en dringt het winkelen zich niet op.’
Wat was de grootste uitdaging?
‘We hebben ruim 15 jaar aan het project gewerkt, het was bij vlagen een rollercoaster. Zo werd na jaren van plannen maken met MAB het project in de crisis overgenomen door ontwikkelaar BPD, die mij vroeg om het volledig te herzien. In feite hebben we het toen opnieuw opgezet, of beter: op scherp gezet. Het is gelukt om dat moment ten goede te benutten. Al is zo’n proces ook toeval; je moet vooral inspelen op kansen. Dit soort ontwikkelingen, met veel partijen en een mix van – vooral commerciële – functies, kent een sterke dynamiek. Maar dat zie je totaal niet aan het resultaat. Dat is heel beheerst.’
Hoe interpreteer je het thema ‘impact’?
‘De betekenis is evident bij dit project: het winkelcentrum geeft een enorme impuls aan de naoorlogse wijk, door goede publieke ruimte te maken en die te verknopen met de omgeving. Twee jaar geleden was de grote opening met de wethouder, bewoners en winkeliers. Iedereen die ik sprak was trots. Het winkelcentrum functioneert alsof het er altijd heeft gestaan. Dat is waar ik voor sta: continuïteit.’
Wat betekent de nominatie voor de Abe Bonnema Architectuurprijs 2021?
‘In Nederland bestaat de neiging om architectuur alleen te bespreken vanuit maatschappelijk relevante thema’s, duurzaamheid of sociaal perspectief. De Abe Bonnema Prijs is de enige echte architectuurprijs waarbij het in de kern gaat om een goed project, om de intrinsieke kwaliteit van architectuur. Dat vind ik bijzonder, net zoals het feit dat Abe Bonnema het kapitaal dat hij met zijn werk verdiende ter beschikking heeft gesteld aan ons vak.’
Endry van Velzen studeerde in 1988 cum laude af als architect aan de TU-Delft. In 1991 won hij de prijsvraag Europan en sinds 1993 is hij partner bij De Nijl Architecten. Hij werkt aan projecten op verschillende schaalniveaus in de bestaande stad, zowel in Nederland als Vlaanderen. Onder de noemer ‘stadsbouwgroepen’ organiseert hij samen met anderen CPO-projecten.
Naast het werk in het bureau is hij actief in onderwijs en onderzoek. Regelmatig schrijft hij over naoorlogse architectuur en stedenbouw en de aanpak van stedelijke vernieuwing. Stadsdeelhart Anklaar werd niet alleen genomineerd voor de Abe Bonnema Architectuurprijs maar eerder ook voor de NRW jaarprijs, een prijs van de Nederlandse Raad Winkelcentra voor ontwikkelaars.