Enzo Valerio studeerde in Delft en Zürich en startte in 2016 een eigen bureau. Hij ontwerpt gedetailleerde interventies in complexe, vaak historische of landschappelijke omgevingen. Door experiment en zelfbouw vervagen in zijn werk de grenzen tussen ontwerp en realisatie. In 2018 won hij de openbare prijsvraag voor het ontwerp van een paviljoen in Pinetum Blijdenstein in Hilversum. Daarna volgden nominaties voor de ARC19 Jong Talent Award en de Amsterdamse Architectuur Prijs. In de Rotterdamse Van Vollenhovenstraat transformeerde hij een modernistisch postkantoor tot Playtime, een atelierruimte voor jonge creatievelingen en een thuis voor hemzelf. Met het project is Enzo genomineerd voor de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten 2020.

Hoe zou je jezelf omschrijven? Ben je architect, aannemer, kunstenaar, ondernemer of een combinatie van al die rollen?

‘Ik zie mezelf als architect, maar wel een met een heel specifiek idee over het maken van architectuur. Het proces is voor mij een belangrijk onderdeel van het ontwerp. Vanaf de eerste schets tot en met de uitvoering ben ik daarbij betrokken. De eerste periode zit ik net als iedere andere architect veel achter de computer te tekenen of in het archief om een analyse van een plek te maken. Vrij snel ontstaat er echter een wisselwerking tussen tekenwerk en uitvoering. Ik vind het belangrijk om de dingen die ik op papier bedenk in de bouw verder te onderzoeken en te testen. Sinds de realisatie van Playtime is het voor mij een voorwaarde geworden om op deze manier te werken. Om altijd een-op-een betrokken te zijn.

Bij Playtime, je eigen woon- en werkomgeving, kon je dag en nacht aanwezig zijn. Hoe breng je je werkwijze in de praktijk bij projecten waar je wat verder van de bouwplaats afstaat?

‘Aan het eind van Playtime heb ik besloten nog maar één project tegelijk te doen. Sinds begin dit jaar werk ik met mijn studio aan een landschapsontwerp met woonhuis op een oude legakker bij de Nieuwkoopse Plassen. Een schuur die er al stond, is nu ons atelier. Het afgelopen jaar hebben we getekend, analyses gemaakt, archieven doorzocht en een groot biotopenonderzoek gedaan. Maquettes en mock-ups op ware grootte spelen in deze fase een belangrijke rol. Ik controleer alles fysiek en neem nooit iets aan van papier. Komende januari is de bouwvergunning binnen en gaan we twee jaar bouwen.’

Hoe zorg je ervoor dat deze bijzondere manier van werken voor jezelf maar ook voor opdrachtgevers haalbaar is?

‘Dat vraagt een bepaalde flexibiliteit. Het ontwerpteam is relatief compact. Op het moment dat het richting de bouw gaat, betrek ik er meer mensen bij. Door niet met vakmensen maar met ontwerpers te bouwen en veel te experimenteren, duurt ons bouwproces langer dan gebruikelijk. Vooraf tast ik af of een opdrachtgever en ik over dit besef van tijd op een lijn zitten. Gedurende de bouw besparen we op kosten door catalogusproducten te mijden en zelf oplossingen te bedenken en te maken die passen bij het project. We voeren onze detaillering erg ver door maar de materialisatie is rudimentair. In het overtuigen van opdrachtgevers is het fijn dat er met Playtime nu een voorbeeld is van onze werkwijze. Ik kan mensen hiermee naartoe nemen om ze te laten zien dat het kán.’

Kun je in Playtime een voorbeeld aanwijzen van die experimentele werkwijze?

‘Tijdens het proces kwamen we erachter dat het vanwege de paddenstoelkolommen onmogelijk was in een keer grote, ronde trapgaten te zagen. De enige optie was een reeks van kleine cilinders te zagen in de vorm van een cirkel. In eerste instantie wilden we de vorm bijslijpen tot een rond gat, tot we de bekisting weghaalden en het resultaat zagen. We besloten te handhaven wat in het proces was ontstaan. Deze directheid komt overal in het project terug. We werken steeds minder vanuit de gedachte een probleem op te moeten lossen. Als het idee goed is dan volgt de oplossing vanzelf. Langzaam ontwikkelt zich iets dat werkt. De gedwongen tweesplitsing tussen idee en uitvoering verdwijnt.’

Slechts een spiltrap en een volledig glazen pui met dun gordijn scheiden jouw appartement van de studio met werkplekken. Hoe is het idee voor deze levenswijze ontstaan?

‘Na mijn afstuderen in Zwitserland ben ik bij een bronsgieterij in Sankt Gallen gaan werken. De eigenaar woont boven de gieterij en het gebouw bevat zowel kantoren als werkplaatsen. Die verschillende ruimtelijkheden bij elkaar zorgen voor een heel bijzondere sfeer. In Playtime combineer ik ook al deze typologieën op relatief weinig vierkante meters. Als kers op de taart komt er nu aan de straat zelfs een koffietent bij. Deze manier van wonen en werken past bij de levensfase waarin ik me op het moment bevind en gelukkig denkt mijn vriendin er net zo over. Playtime is te vergelijken met ‘the positivist house’, waar Iñaki Ábalos over schrijft in zijn boek ‘The Good Life’: een soort machine voor modernistisch leven. Het voelt alsof we iedereen die hier komt werken bij onszelf thuis uitnodigen. De band met mensen is daardoor veel persoonlijker. Playtime biedt de mogelijkheid mensen om me heen te verzamelen die mij inspireren.’

Wie bewonder je als het gaat om jouw manier van architectuur maken?

‘Natuurlijk zijn er architecten die op een vergelijkbare manier als ik naar het vak kijken, maar qua methode ben ik meer gericht op de grootschalige beeldhouwkunst. Ik voel me verwant aan bijvoorbeeld de jonge Richard Serra, die zich gedurende een jaar of langer onderdompelde in een plek en daar een hele infrastructuur bouwde om een werk te kunnen maken. In de architectuur is de mentaliteit van tijd nemen om dingen echt goed te krijgen veel minder aanwezig.’

In welke droomopgave zou je je over twee jaar willen onderdompelen, als de woning bij de Nieuwkoopse Plassen is afgerond?

‘Ik weet niet of het als typologie bestaat, maar ik zou graag een sleutelmuseum willen ontwerpen en bouwen. Een klein, onbemand museum waarvoor je ergens een sleutel moet ophalen om er binnen te kunnen. Zoals La Congiunta in Zwitserland, dat Peter Märkli maakte voor de sculpturen van Hans Josephsohn. Een grote aanbouw van het Rijksmuseum is met mijn methode niet mogelijk, maar zo’n klein, verstild object zeker wel. Ook lijkt het me mooi een atelier te maken voor een ontwerper of kunstenaar. Voor iemand die net als ik dag en nacht bezig is met esthetiek.’

Enzo Valerio

ENZO VALERIO (Leiden, 1987)

Enzo Valerio behaalde zijn bachelor architectuur aan de TU Delft en studeerde in 2014 af als architect aan de ETH in Zürich. Hij werkte vervolgens op een aantal bouwplaatsen en architectenbureaus in Europa en Noord-Amerika.
Hij ontving verschillende prijzen en nominaties. Zijn afstudeerproject Sihltreppen in Zürich en het ontwerp voor Pinetum Blijdenstein in Hilversum zag hij beide beloond met de eerste prijs. Hij werd genomineerd voor de Jong Talent Prijs 2019 van ARC en ontving in 2020 een Gouden A.A.P.-nominatie voor het slingerapenverblijf in Artis.

 

enzovalerio.com