HET NATIONAAL MILITAIR MUSEUM & HET THEMA DIALOOG

Dick van Wageningen: ‘Er zit heel veel dialoog in dit ontwerp. Dat begon letterlijk al in het aanbestedingstraject, dat Dialoogfase werd genoemd en een jaar duurde. In dat jaar werd door drie verschillende multidisciplinaire teams in concurrentie gewerkt aan een concept, in nauwe samenwerking met de opdrachtgever. Alle kikkers in de kruiwagen, zoeken en aftasten, oren en ogen continu openhouden. Na dat jaar is ons ontwerp gekozen.
Ons ontwerp reageert heel direct op het landschap, een deel van de Utrechtse Heuvelrug dat lang verborgen is geweest voor het publiek. We wilden het gebouw en het uitgestrekte en indrukwekkende landschap een heel directe relatie met elkaar laten aangaan. Vandaar ook het grote gebaar, het enorme dak en de grote vrije ruimte daaronder. In het museum – dat een heel breed publiek trekt – moet alles vanzelfsprekend zijn. De routing, het comfort, het licht, het uitzicht, de akoestiek: alles moet kloppen. En het gebouw moet flexibel zijn, want na een jaar of vijf gaat de museumcollectie ongetwijfeld schuiven.’

“DE ARCHITECT IS REGISSEUR VAN HET ONTWERP- EN BOUWPROCES” (uitspraak van Abe Bonnema)
Dick van Wageningen: ‘Iemand moet de lijn uitzetten en het initiatief nemen en dat is de architect. De architect is de enige die breder kijkt dan het puur bouwkundige en kan zien of aan
alle randvoorwaarden van het ontwerp wordt voldaan, dus ook de installaties, de kosten, de planning.
Ons bureau is in de gelukkige omstandigheid dat we grote projecten mogen doen, met veel partijen en veel adviseurs. Dat maakt dit regisseurschap heel interessant.’

“FUNCTIONALISME HEEFT DE EEUWIGHEID” (uitspraak van Abe Bonnema)
Dick van Wageningen: ‘Ik heb een dubbel gevoel bij die uitspraak. De uitspraak klopt als je architectuur vertaalt met een gebouw dat doet wat het moet doen. Architectuur is een toegepaste kunst: je hebt altijd te maken met een opdrachtgever, een programma, een locatie en een budget. Felix en ik benaderen het vak inderdaad vanuit het functionele: met de rationele randvoorwaarden ga je aan de slag en daaruit volgt architectuur.
De nuance zit in de factor tijd. We kunnen niet in de toekomst kijken. Functies kunnen veranderen en wij willen gebouwen maken die de functie overleven. Dat betekent dat je een gebouw soms een maatje groter maakt, wat ruimer in zijn jasje zet. Het is zeker een punt van discussie in het vakgebied op dit moment.’

DE BETEKENIS VAN DE ABE BONNEMA ARCHITECTUURPRIJS EN DE NOMINATIE
Dick van Wageningen: ‘Toen we de aankondiging van de Abe Bonnema Architectuurprijs 2015 zagen en het thema ‘Dialoog’, wisten we dat we mee moesten doen met dit project. Ons inziens past het NMM bij het gedachtegoed van Bonnema. Elke Nederlandse architect kent Abe Bonnema en zijn on-Nederlandse gebouwen. Abe heeft in het moderne idioom grote aansprekende gebouwen gemaakt, terwijl we in Nederland zo goed zijn in het alles klein houden. Zijn gebouwen ontstijgen de middelmatigheid en de kruideniersmentaliteit.
‘De schaal van het NMM is ook on-Nederlands. Groot. Wij denken dat Abe dit project wel gewaardeerd zou hebben. En eigenlijk is de Abe Bonnema Architectuurprijs ook on-Nederlands in ambitie en prestige. Het is goed om op deze wijze architectuur op het netvlies te brengen en in het publieke debat – architectuur in de breedste zin van het woord. Deze prijs gaat over gebouwen die integraal ontworpen zijn en goed gebouwd. Het is daarom voor ons een grote eer dat de jury ons een nominatie heeft toegekend.’

Interview: Caroline Kruit. Het gesprek vond plaats vóórdat bekend was dat het Nationaal Militair Museum de Abe Bonnema Architectuurprijs 2015 zou winnen.