Door Leon Sebregts

Architect Jasper Smits (37) bouwde zijn woonhuis eigenhandig. Zonder aannemer. Met ZigZag in Utrecht is hij een van de vijf genomineerden voor de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten 2020.

Hoe ben je op deze plek terechtgekomen? Liep je al langer rond met het idee je eigen huis te gaan bouwen?

‘Toen de zelfbouwkavels op het voormalige veemarktterrein in Utrecht voorbij kwamen, dacht ik meteen dit móet ik doen. Niet eens vanuit de ambitie een eigen huis te bouwen, zoals iedere architect wil, maar meer om mijn bureau op de kaart te zetten. Van mijn vriendin kreeg ik het vertrouwen en de volledige vrijheid om mijn gang te gaan. In de huidige woningmarkt was dit voor ons de kans om onze kleine woning van zestig vierkante meter in te ruilen voor een echt familiehuis. ZigZag is zeker niet de laatste woning die ik zelf ga bouwen. Als de kinderen over twintig jaar het huis uit zijn, zie ik me dit nog wel een keer doen.’

Wat maakt ZigZag bijzonder?

‘In ZigZag heb ik de split-level typologie in de meest pure vorm uitgewerkt. Een centrale vide met houten trap scheidt acht even grote vloervelden die op precies dezelfde hoogte ten opzichte van elkaar liggen. Via grote ramen en overlopen voorziet de vide de gehele woning van daglicht. Daarnaast geeft de vide ook ruimte aan de verdiepingen. Gemeenschappelijke ruimtes zijn open en strekken zich uit naar de gevels. Hiermee haal ik de winterzon naar binnen en kan het warme zuiderlicht diep de woning in schijnen. Het betonnen casco fungeert als een raamwerk dat volledig flexibel is in te delen. Binnen het casco heb ik strakke, eenvoudig vormgegeven volumes en elementen geplaatst. Het rauwe beton en het vriendelijke interieur versterken elkaar.’

Je hebt ZigZag zonder aannemer gebouwd. Hoe heb je dat aangepakt?

‘In eerste instantie heb ik wel met een aannemer gesproken, maar daarbij ging het vooral over beperkingen en onmogelijkheden. Door het helemaal zelf te doen, hoorde ik geen enkele keer ‘nee’ en was het mogelijk de gebruikelijke bouwvolgorde naar eigen hand te zetten. Een trap als deze al in de ruwbouw plaatsen, was niet mogelijk geweest als er nog twintig stukadoors overheen hadden gemoeten. De gehele bouw heb ik samen met mijn vader en een bevriende schilder uitgevoerd. Voor heel specifieke zaken, zoals de betonnen ruwbouw, heb ik per klus expertise ingevlogen.’

Wat heb je als zelfbouwer als het lastigst ervaren?

‘Dat je, hoewel je continu op de bouwplaats aanwezig bent, toch niet alles volledig in de hand hebt. Als je even niet oplet, staat er ineens een cascowand scheef. Ik heb daar veel stress door gehad, maar achteraf moet ik concluderen dat er niet veel dingen echt verkeerd zijn gelopen. Op het moment zelf besefte ik dat niet en liep ik continu rond in mijn eigen mislukking. De waardering die ik nu krijg, onder andere de nominatie voor de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten, toont aan dat het resultaat tot de verbeelding spreekt.’

Is je eigen woning exemplarisch voor jouw visie op architectuur?

‘Zeker. Onbewust combineer ik ruwheid en zachtheid in al mijn projecten, ook in ZigZag. De imperfecties in het materiaal en de verkeerd geboorde gaten maken het beton mooi en geven het een ziel. Daar tegenover staat de zachtheid, het strakke en het verfijnde van het interieur. De ruwbouw is een canvas waardoor de elementen en de mensen erin kunnen stralen. Hetzelfde geldt voor de strakke gevel en de wildernis in de tuin. Door dit soort tegenstellingen kan een ontwerp van mij wat meer aan dan een heel gelikt gebouw. Deze architectuuropvatting is een direct gevolg van mijn carrière. Tijdens de studie heb ik bij mijn oom gewerkt. Hij heeft een soort rauwe, brutalistische kijk op architectuur. Daarna werkte ik samen met een interieurarchitect en die had het over schaduwvoegen en glansgraden van verf. De combinatie van die twee heeft me gevormd.’

Met ZigZag heb je een geheel eigen werkwijze neergezet. Hoe zie je de toekomst wat dat betreft?

‘Toen het huis eind 2019 klaar was, dacht ik dat het zelfbouwen van woningen mijn beroep zou worden. Daarna werkte ik met Ard Hoksbergen aan een aanbesteding voor een school en ontdekte ik dat het interessanter is met een complexer programma bezig te zijn en steeds nieuwe dingen te leren. De ervaring van het zelfbouwen is echter onbetaalbaar. Ik neem een groot netwerk van leveranciers en veel praktische kennis mee, waardoor ik sterker sta in toekomstige projecten.’

Zijn er zaken waar je als jonge architect tegenaan loopt?

‘Ons vak wordt bedreigd, omdat we altijd een soort halve kunstenaars zijn geweest. De aanbesteding hebben Ard en ik helaas verloren. Niet op kwaliteit, maar op honorarium. De focus op de laagste prijs moet in Nederland echt anders. Als beginnend architect is het moeilijk om ergens tussen te komen. Om rond te komen, gaan architecten steeds vaker zelf ontwikkelen of bijvoorbeeld een BIM-tak opzetten [BIM: Building Information Model, een 3D-informatiemodel waarin alle data wordt vastgelegd, red.]. Ik ben maar gaan bouwen als pensioenvoorziening. Op dit moment wil ik niets liever dan gewoon doorpakken en mijn eigen bureau opbouwen.’

Wie of wat inspireert je om standvastig door te gaan?

‘Ik lees vrij weinig, maar kijk vooral plattegronden, doorsneden en plaatjes. En ik kijk op straat altijd omhoog. Onze generatie krijgt zoveel meer beelden te verwerken dan vroeger. Uit alles wat ik zie, probeer ik iets te halen. Soms is dat maar iets heel kleins. Een materiaal, een hoekdetail, een goot. Van mijn afstudeerbegeleider Donald van Dansik leerde ik om heel goed te kijken. Licht fascineert me daarbij het meest. Ook de droom om ooit een crematorium te ontwerpen, spoort me aan om er alles uit te halen. Het lijkt me heel dankbaar om die belangrijke vijfenveertig minuten in iemands leven vorm te mogen geven.’

 

Jasper Smits (1982) studeerde in 2016 af aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Tijdens de studie werkte hij in verschillende dienst- en samenwerkingsverbanden om zich na het behalen van het diploma geheel op zijn eigen bureau te richten. Zijn gebouwen zijn robuust en verfijnd tegelijk. Hij gebruikt licht en ruimte om contrasten aan te brengen en binnen met buiten te verbinden.

Met het project ZigZag in Utrecht is hij genomineerd voor de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten 2020. De andere genomineerden zijn: Lieke Göritzlehner met woonhuis mb, Ard Hoksbergen met basisschool Veerkracht, Auguste van Oppen met Drie Generatiehuis, Enzo Valerio met Playtime. De bekendmaking van de winnaar op 13 december 14.00 uur is voor iedereen via een livestream te volgen. abebonnemaprijs.nl