IN GESPREK MET DE ARCHITECT
Kees Kaan • KAAN Architecten

CUBE ONDERWIJSGEBOUW IN TILBURG
Kees Kaan [KK]: ‘CUBE is een nieuw gebouw op de campus van de universiteit van Tilburg, waar studenten van alle faculteiten komen om colleges te volgen of te studeren. Het gebouw is een groot vierkant waar vier hoeken zijn uitgesneden – deze hoeken zijn aan de campuszijde de ingan-gen van het gebouw. De zuidgevel aan deze kant is volledig van glas en opent zich naar de andere gebouwen rond een gebied dat op termijn een centraal plein voor de campus moet worden.’

‘Aan de oost- en westzijde van het gebouw domineren forse betonnen kolommen het gevelbeeld. Dit zijn dragende kolommen die het gebouw een stoer uiterlijk geven. De noordgevel ligt aan de zijde van het spoor en is als één grote glazen plaat. De collegezalen zijn direct aan de gevel ge-plaatst: zo krijgen ze veel daglicht en is er een visuele verbinding met de groene campus.’

‘Het is een compact en efficiënt gebouw met heel veel flexibiliteit in het gebruik. Het idee om het auditorium en de installaties in de grond te laten zakken, is de doorbraak geweest voor het ont-werp. Nu is dat grote volume geen obstakel meer, maar eerder het hart van het gebouw. Je houdt een heel eenvoudig gebouw over, heel overzichtelijk. Het centrale plein tussen de twee patio’s was door de positionering van het auditorium een bonus op het programma van eisen. De trap-partijen zijn ruim en kregen een sculpturale kwaliteit.’

‘We hebben het gebouw een “lofty” uitstraling willen geven: met terughoudende keuzes voor ma-terialen en kleuren. Er is daarom gekozen voor beton en staal, ton sur ton. In de gevels en kozijnen is gewerkt met contrasten in zwart en wit. De plafonds zijn open gehouden en voorzien van door-zichtige aluminium roosters, waarmee het stoere karakter van het gebouw wordt versterkt.’

DE OPDRACHT EN HET PROCES
KK: ‘Het project is ingezet als een Design & Build aanbesteding in de vorm van een prijsvraag. Met VORM Bouw hebben we een bouwteam gevormd. Het tempo is vanaf het binnenhalen van de op-dracht heel hoog geweest: er waren strikte eisen aan planning en budget. Ons ontwerp is daarop gebaseerd: dit is wat je aan gebouw kunt maken voor deze prijs. Het bleek genoeg om de prijs te winnen.’

‘Tijdens het ontwerpproces zijn steekwoorden geformuleerd waaraan het gebouw moest vol-doen: stoer, gastvrij en genereus. En dan slaat genereus niet alleen op het aantal vierkante meters en de looplijnen in het gebouw, maar ook op de schoonheid van en het gevoel bij de ruimten. ’

‘Met deze aanbestedingsvorm ben je als architect samen met ingenieurs en de bouwer onderdeel van een integraal ontwerpteam. Het betekent dat je je inleeft in de opgaven die de ander heeft. Ik vind het heel erg lekker om met zo’n team aan de slag te gaan. De rol van architect zie ik daarbij als degene die de input van alle partijen bij elkaar brengt. Met de opdrachtgever voer je als team de dialoog rond het programma van eisen. Deze vorm van samenwerking vind ik prettiger dan in een relatief isolement een ontwerp maken, dat je later tegenover alle partijen moet verdedigen. Meestal moet je het ontwerpproces dan nog een keer doorlopen.’

‘Bij een project als CUBE is het nog meer noodzakelijk om in een korte tijd alles goed op een rij-tje te hebben, om de ambities en ruimten te rangschikken. Als je de ordening goed hebt, dan is de grootste vraag beantwoord. Voor een gebouw dat binnen een Design & Build contract is gereali-seerd, heeft CUBE een hoog kwaliteitsniveau gehaald. Het is bewust niet perfectionistisch in de afwerking, dat past wel bij het lofty-gevoel. Er is een mooi contrast tussen de puien, de wanden en de vloeren.’

DE UITDAGING VAN HET PROJECT
KK: ‘We wilden van dit gebouw een eigentijdse tegenhanger maken van het Cobbenhagen-gebouw dat ook op de campus staat. Het Cobbenhagen-gebouw naar ontwerp van Jos. Bedaux uit 1962 is een indrukwekkend gebouw aan de zuidzijde van wat het centrale plein van de campus moet wor-den. CUBE ligt aan het noordwestelijke deel daarvan.’

‘Het was een uitdaging om recht te doen aan deze benchmark: met de architectuur, de keuze voor materialen en de detaillering. Het gebouw is geplaatst in een groen kader en heeft dezelfde pro-porties als het Cobbenhagen-gebouw. Ook de wijze waarop het als massa is gepositioneerd, komt overeen. Het is een alzijdig gebouw. Er zijn robuuste, pure materialen gebruikt zoals beton, natuur-steen, staal en glas.’

‘De draagconstructie van CUBE staat voor een deel buiten de gevel; bij de betonnen kolommen aan de oost- en westgevel en de stalen kolommen in de patio’s is ervoor gekozen om deze ele-menten beeldbepalend te laten zijn. De constructieve elementen zetten het karakter van het ge-bouw kracht bij. Tegelijkertijd: ze zouden in het interieur alleen maar in de weg staan. Met kolom-men aan de binnenzijde beperk je de flexibiliteit van de ruimten en het doorzicht naar buiten. Na-tuurlijk heeft deze ontwerpbeslissing wel voor fikse discussies in het bouwteam gezorgd!’

‘De opdrachtgever wilde een BREEAM Excellent duurzaamheidslabel, dat was al in de uitvraag be-paald. Dat betekent dat je samen met een adviseur bepaalde ontwerpbeslissingen maakt. Veel van die beslissingen zijn technisch en onzichtbaar. Wel zichtbaar zijn het gebruik van daglicht en de ge-kozen materialen. Samen met ingenieurs is gekeken hoe binnen het budget de energie-efficiency zo hoog mogelijk opgeschroefd kon worden.’

‘Voor ons als architecten gaat duurzaamheid wel een stuk verder dan een label. Wij hebben geke-ken naar de effectiviteit van het gebouw – voor nu en op de langere termijn. Dat begint al bij de oriëntatie van het gebouw, de lichtinval en het positioneren van de ruimten op de goede plek. Ook op de langere termijn moet het gebouw gebruikt kunnen blijven en aanpasbaar zijn aan nieuwe inzichten. Het maakt dat ik nog meer dan voorheen de aandrang heb om gebouwen zo simpel mo-gelijk te maken.’

THEMA ‘BETEKENIS’
KK: ‘CUBE is een exponent van de nieuwe manier van studeren, waarbij studenten de hele dag op de campus verblijven en niet alleen college volgen, maar ook studeren, discussiëren en elkaar ontmoeten. Ze pakken hun laptopje en strijken neer.’

‘Dit gebouw staat op een centrale plek op de campus, pal naast het station en is voor de hele uni-versiteit. Het maakt onderdeel uit van een herstructurering van de campus en geeft de universiteit flexibiliteit om andere gebouwen te moderniseren.’

‘Je ziet deze ontwikkeling bij meer universiteiten, ook in Delft waar ik hoogleraar ben. Dit ge-bouwtype gaat steeds meer voorkomen: een neutrale plek waar zelfstudie, onderwijs en tenta-mens voor meerdere faculteiten kan plaatsvinden. In een sfeer waarin studenten elkaar graag ont-moeten.’

‘Het gebouw laat ook zien hoe je binnen een compact volume een grote capaciteit kan borgen. Dat zit voor een deel al in de uitvraag, maar die opgave kan je optimaliseren in je ontwerp. Op een gemiddelde dag maken vijfduizend studenten gebruik van dit gebouw. Dit is een groot gebouw op een compacte voetprint. Elke vierkante meter is goed benut.’

OVER ABE BONNEMA PRIJS EN DE NOMINATIE
KK: ‘Abe Bonnema is een architect die in mijn rijtje past. Of misschien is het andersom. Dat we zijn genomineerd voor deze award maakt ons trots. Zeker met dit gebouw.’

‘Als architect moet je in deze tijd toch met beide benen op de grond blijven en verder denken dan de opdracht vraagt. Je hebt zoveel petten op: je moet technisch, creatief zijn en antwoord geven op maatschappelijke vragen. Het is een vak dat je dag en nacht bezighoudt.’

‘Natuurlijk wil ik de prijs winnen. Al heb ik niet meer het gevoel dat ik me moet bewijzen. Ik heb het geluk gehad dat ik allerlei soorten projecten heb mogen doen. Op een gegeven moment raak je bevrijd van jezelf, van het willen. Dan kun je volledig ten dienste staan van het project en tot de essentie van de opgave komen. Tegelijkertijd moet je kritisch zijn en blijven. De praktijk kan wel eens vergiftigd zijn met vooroordelen. Door mijn studenten in Delft blijf ik met een open mind naar het vak kijken. Het blijft leuk, die mix.’

Tekst door Caroline Kruit, opgemaakt na een gesprek op 25 oktober 2019 met Kees Kaan, op locatie in Til-burg

‘Het was een uitdaging om recht te doen aan de benchmark, het Cobbenhagengebouw. We hebben dat gedaan met de architectuur, de keuze voor materialen en de detaillering.’

KEES KAAN (Breda, 1961) • KAAN Architecten
Kees Kaan studeerde in 1987 af als architect aan de TU Delft. Van 1988 tot 2013 was hij partner van Claus en Kaan Architecten. Vervolgens richtte hij samen met Vincent Panhuysen en Dikkie Scipio KAAN Architecten op, met vestigingen in Rotterdam, Sao Paulo en Parijs. Er werken archi-tecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, ingenieurs en grafisch ontwerpers.

Sinds 2006 is hij professor Architectuur aan de TU Delft en initiator van de leerstoel Complexe Pro-jecten, opgericht in 2012. Het onderzoek van deze leerstoel richt zich op grootschalige, com-plexe projecten die de snelle globale urbanisatie van vandaag karakteriseren. In 2019 is Kaan be-noemd tot voorzitter van de afdeling Architectuur. Naast zijn werkzaamheden voor de TU Delft is hij sinds 2016 hoofdonderzoeker bij het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solu-tions (AMS). Kaan geeft lezingen en zetelt in diverse jury’s en besturen, zowel in Nederland als daarbuiten. Aan zijn werk zijn verschillende boeken en tentoonstellingen gewijd.

kaanarchitecten.com