Door Kirsten Hannema
Fotografen project: Max Hart Nibbrig, Luuk Kramer, Peter Cuyper, Dennis de Smet
Architecten Gus Tielens, Mike Korth en Marcel Lok gingen voor het project Spaarndammerhart met hun beide bureaus een gelegenheidssamenwerking aan. Ze zijn een van de vijf genomineerden voor de Abe Bonnema Architectuurprijs 2021. Met hun ontwerp brengen ze de hof terug, die zo kenmerkend is voor de architectuur van de Spaarndammerbuurt.
Toen jullie zes jaar geleden met dit project begonnen, voorvoelden jullie dat het iets bijzonders zou worden. Waar zat ‘m dat in?
Marcel Lok: ‘Kort daarvoor was ik met een jonge ontwikkelaar een woningbouwproject gestart in de Amsterdamse Houthavens, midden in de economische crisis, op een moment dat niemand woningen wilde kopen. We besloten om kopers te trekken met kwaliteit: houten binnendeuren, duurzaamheid, een goede baksteen en natuursteen voor de gevel. De appartementen waren in no time verkocht.’
Met de tender voor Spaarndammerhart wilde de gemeente Amsterdam meer dan standaard nieuwbouw realiseren. Het plan moest aansluiten bij de monumentale Amsterdamse Schoolarchitectuur. Daarom is besloten om de grondprijs te fixeren en te selecteren op kwaliteit. Hoe belangrijk is dat geweest?
Mike Korth: ‘Die beslissing was cruciaal en is te linken aan het moment van herbezinning dat in de economische crisis ontstond, waarbij meer aandacht ontstond voor kwaliteit en materiaalgebruik. Eigenlijk heeft die crisis veel goeds opgeleverd.’
Hoe kwam de samenwerking tussen jullie tot stand?
ML: ‘Ik woon in de Spaarndammerbuurt, had de tender gezien en ontwikkelaar Heijmans daarvoor benaderd. Zij stelden voor om met twee architectenbureaus in te zenden; met 80 woningen en een parkeergarage is het best een groot project. Met Korth Tielens had ik net een tender in de Amsterdamse Eenhoornbuurt gedaan, die samenwerking liep goed. In de geest van de Amsterdamse School zijn we een team gaan vormen, met kunstenaar Martijn Sandberg en DS landschapsarchitecten, om te komen tot een eigentijds gesamtkunstwerk.’
Gus Tielens: ‘Wat ons bond, is het gevoel: we moeten vooruit, waarbij we duurzaamheid als een integraal begrip benaderen. Als we spraken over berging van regenwater, ging het ook meteen over wat een goede tuin is, en hoe je die tot een plek voor ontmoeting maakt.’
Vandaag wordt er weer volop gebouwd, maar daarbij gaat het nauwelijks over architectonische kwaliteit. Kan Spaarndammerhart de weg vooruit wijzen?
MK: ‘We hebben met het project laten zien hoe je een buurt maakt waarin van alles zit: koophuizen, vrije sector en sociale huur, variërend van vijfkamerwoningen voor gezinnen tot appartementen waar ouderen wonen. Maar sindsdien is de woningoppervlakte in projecten steeds verder omlaag gebracht. Het lijkt wel alsof we achteruit bewegen.’
GT: ‘We worden overladen met complimenten over het project, maar ergens is het schokkend dat men dit uniek vindt. Mensen vragen: hoe hebben jullie dit in vredesnaam voor elkaar gekregen? De woninggrootte, de aandacht voor detail komt hen vandaag voor als iets onmogelijks.’
ML: ‘Bij veel bouwprojecten draait het weer om winstmarges, waarbij de ontwikkelaar bezuinigt op kwaliteit. Architecten gaan daarin te makkelijk mee.’
GT: ‘Overigens is het gemengde woningprogramma niet onze verdienste. Maar het was wel een handvat bij het vormgeven van een goed stuk stad. Waarbij we dezelfde beeldtaal gebruiken voor sociale huur- en koopwoningen – alle bewoners komen via hetzelfde royale trappenhuis binnen – en je een gevoel van gelijkwaardigheid ervaart. Daar zijn we trots op.’
Het complex is tot en met de huisnummers doorontworpen. Hoe houd je de concentratie vast om elk detail met zoveel zorg vorm te geven?
GT: ‘Dat is simpel: we hebben als beesten gewerkt, met een hele groep mensen. Met heel veel plezier ook.’
MK: ‘In de artist’s impressions die we voor de tender maakten, hadden we al veel vastgelegd, zoals de bakstenen waterslagen. Zo konden we de bouwer bij de les houden, en bleven details zonder discussie in het project.’
Kent het project een essentieel element?
ML: ‘Dat is de hof, het moment van verrassing, waarbij je vanuit de straat letterlijk in een groene oase belandt, met wanden van geglazuurde groene baksteen. Hoven zijn kenmerkend voor de Spaarndammerbuurt, maar gek genoeg had de gemeente in de uitvraag een binnenplein met een opening aan de straat voorgesteld. Wij hebben gezegd: je moet die straatwand herstellen, met een poort erin. Zo ontstond meer bouwvolume voor woningen en tegelijk de mogelijkheid om een bijzondere binnenwereld te creëren.’
GT: ‘Nu de bewoners in hun huizen zijn getrokken, zie je hoe de buitenruimte in bezit wordt genomen. We willen dat proces volgen, leren van hoe mensen de architectuur gebruiken. Pas geleden hebben we een aantal huizen van binnen bekeken. De een had het ingericht met kringloopmeubels, de ander toonde trots de designkeuken, iedereen heeft z’n eigen paleisje ervan gemaakt, met indelingen waarvan je denkt: wat slim!’
Vinden jullie het niet moeilijk om de controle los te laten?
ML: ‘Het gebouw kan veel hebben. Elke woning heeft een 80 cm diep nisje aan de gevel waar iedereen inmiddels een stoel of een plant heeft neergezet. Maar overhoeks vormen die nisjes een strakke lijn aan de straat.’
GT: ‘Ik beschouw het als een compliment hoe mensen met die ruimtes omgaan, dat ze zich eigenaar voelen.’
ML: ‘De opdrachtgever verdient ook een compliment. Een nis is 1,5 vierkante meter; de vierkante meterprijs in Amsterdam bedraagt 5000 euro per m2, simpel geredeneerd kost dit hem geld. Maar je ziet hier dat het heel veel oplevert, voor de gebruiker, het leven op straat.’
Spaarndammerhart is veelvuldig gepubliceerd en stond op de cover van het Jaarboek Architectuur in Nederland. Wat voegt de nominatie voor de Abe Bonnema daaraan toe?
GT: ‘Het thema impact. Als je vanuit die invalshoek naar het project kijkt, kom je bij de vraag welk effect je op de lange termijn met architectuur bewerkstelligt. Door de overspannen woningmarkt heerst nu grote stress: men wil snel-snel bouwen. We horen: er is geen tijd voor maatwerk en ambitieuze gevels. Dat is niet alleen een schijnredenatie, maar ook een aanpak die niet duurzaam is. Er zijn superinteressante ontwikkelingen in bouwmaterialen, er zijn geweldige ideeën voor de stad. Zeker, het is lastig om die gebouwd te krijgen, ook financieel; wij hebben ervaring met beperkte budgetten. Maar bij dit project had iedereen steeds de houding: ja, het kan. Ik wil terug naar dat optimisme.’
ML: ‘We lopen al een tijd rond met het idee om de lessen van het project te bundelen in een publicatie over het maakproces en hoe het gebouw nu landt in de buurt. Als we de Abe Bonnemaprijs winnen, gaan we met het prijzengeld dat boek maken.’
v.l.n.r. Gus Tielens, Mike Korth, Marcel Lok
Mike Korth studeerde in 1997 af aan de TU van Berlijn. In 2001 startte hij Korth Tielens Architecten, samen met Gus Tielens die in 1998 de TU Delft afrondde. Naast verschillende nominaties ontvingen ze onder andere de Charlotte Köhler Prijs, de Zui-derkerkprijs, de Architectuurprijs van Almere en van Haarlem. Zowel Korth als Tielens geven tevens onderwijs aan enkele academies voor bouwkunst. Marcel Lok studeerde in 2002 af aan de TU Delft en werkte lange tijd bij Wingender Hovenier Architec-ten/Office Winhov. Na de winst van europan 9 richtte hij in 2008 zijn eigen bureau op. Lok is gastdocent aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam.
Voor het project Spaarndammerhart gingen beide bureaus een tijdelijke samenwerking aan. Spaarndammerhart werd tevens genomineerd voor de Dutch Design Award, ARC21 award architectuur en Architectenweb Awards 2021 woongebouw van het jaar. Ook stond het project op de cover van het Jaarboek Architectuur 2020-2021.