MUSEUMEILAND BIESBOSCH & HET THEMA TIJDGEEST‘

De Biesbosch wordt inmiddels erkend als prachtig natuurgebied – mensen komen vanuit de wijde omgeving om te genieten van het water, de flora en fauna. Maar oorspronkelijk is dit een cultuurgebied, waar mensen eeuwenlang hebben geploeterd om te overleven. Die omslag in het denken over dit gebied is wel de aanleiding geweest voor het huidige Biesbosch Museum.’

‘Het gevecht tegen het water is ook vandaag nog aan de orde: het Museumeiland grenst aan het retentiegebied de Noordwaard, iets landinwaarts. Als onderdeel van het project Ruimte voor Rivieren zijn aan weerszijden van het museum uitstroomopeningen gemaakt: daardoor ligt het nu op een eiland. Eigenlijk zitten we in een vloedkom, in een zoetwatergetijdengebied. Heel uniek: daarvan zijn er maar twee in Europa. Het maakt deze plek heel bijzonder – een leidend principe in het ontwerpproces.’

‘Bij dit project was het vooral belangrijk om de vele belanghebbenden bij deze plek en het museum te betrekken bij het proces. Iedereen moest zich eigenaar voelen van het ontwerp. Dat betekende dat we heel veel mensen bij elkaar hebben gebracht. Als ontwerpers hebben we daar met veel enthousiasme een voortrekkersrol in gekozen en gesprekken gevoerd op de vele schaalniveaus in dit project. Voorbij de traditionele rol van de architect, die misschien wel iets te beperkt is in deze tijd.’

DE OPDRACHT EN HET PROCES

‘Vanuit de provincie Brabant werd ik uitgenodigd om mee te schetsen voor de uitbreiding van het Museum Biesbosch. Het gevoel was dat deze plek een bijzondere betekenis zou kunnen krijgen, als markering van het gebied. Er lag al een plan: een vooral bouwkundige uitbreiding met vier paviljoens op het bestaande museum van elf paviljoens. Het bestaande gebouw was een wat structuralistisch ensemble uit de jaren negentig – met het gedachtegoed van de jaren zeventig – en een naar binnen gericht gebouw. De ambitie met deze plek was groter.’

‘Het contact met de omringende natuur was een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp, net als de geschiedenis van de plek en de dynamische omgeving. We wilden het museum een intrinsiek onderdeel laten zijn van de omgeving, een gebouw dat meebeweegt met de seizoenen. De architectuur, het landschap: het is opgepakt als een integrale opgave , waarbij het ruimtelijk ontwerp alle schaalniveaus moest raken.’

‘Met een nieuwe vleugel met hoge, transparante gevels is de openheid naar het landschap gecreëerd. De elf bestaande paviljoens manifesteren zich als een merkwaardige geometrische vorm onder de groene deken van het dak. Het museum wordt daarmee een soort “land-art”. Het is geen gebouw, maar een afwijkende vorm in het landschap waar planten en dieren zich kunnen nestelen. We hebben met het museum ecologische waarde toegevoegd aan het landschap.’

TOEKOMSTWAARDE

‘Met het huidige gebouw gaat een nieuwe levensfase in voor het Biesbosch Museumeiland. Maar heel bewust met behoud van de bestaande paviljoens, die in het landschap nog wel herkenbaar zijn. Het gebouw is energiezuinig: het groene dak fungeert samen met de grondlichamen aan de noordwestzijde als warmtebuffer en extra isolatie. Het water van de rivier wordt ingezet als warmte-koude-wissel. Ook in dit opzicht heeft het gebouw dus een samenwerking met de omgeving.’

‘Wat voor ons belangrijk is geweest bij het ontwerp van het gebouw, het eiland én de tentoonstelling – die we ook mochten inrichten – is dat het de ogen opent van de bezoekers voor de schoonheid van het omringende landschap. Dat de mensen zien hoe de Biesbosch ooit cultuurlandschap was en nu vooral een bijzondere flora en fauna laat zien. De watermaquette buiten toont de verschillende polders, retentiegebieden en dijklichamen – die nog steeds voor een waterbuffer in dit gebied zorgen. Deze plek is een leeswijzer voor de omgeving.’

‘Ik hoop dat het gebouw blijft meebewegen met deze bijzondere omgeving. De complexiteit van de opgave raakt aan veel hedendaagse thema’s. Hoe dat zich vertaalt in de architectuur voor de toekomst, kan ik niet voorspellen. Voor mij was het heel bijzonder om te zien hoe het ontwerpvak raakt aan de vele aspecten, schaalniveaus en mensen rondom dit project. En dat je met een collectief enthousiasme heel veel meer kan bereiken, dan van tevoren is bedacht.’

Tekst door Caroline Kruit, opgemaakt na een gesprek op 8 november 2017 met Marco Vermeulen.