HUIS AAN HET MEER

Jan Nauta [JN]: ‘Het Huis aan het Meer ligt aan de Oudegaaster Brekken in Friesland. Het bestaat uit twee gebouwen die ten opzichte van elkaar zijn geschakeld en met elkaar zijn verbonden door een bouwdeel waarin zich de keuken bevindt. Het huis heeft een larikshouten gevel en een zinken kap. Het hoofdgebouw is ontworpen als een plek voor een echtpaar: een besloten woning in een leeg landschap. Het bijgebouw kan worden ingezet als uitbreiding van het hoofdhuis of als zelfstandig verblijf voor gasten.’

‘De wens van de opdrachtgevers was om een “Scandinavisch” huis te maken, bescheiden passend op deze plek, gebouwd met zoveel mogelijk natuurlijke materialen. De architectuur in Friesland kenmerkt zich door dominante kappen en scherpe, duidelijke lijnen. Dat komt in dit ontwerp terug. De configuratie van het huis is afgestemd op een oude iep op het terrein en de ambitie om luwten te creëren voor de wind en de zon. Het weer kan hier woest zijn, veranderend van zon naar donker in enkele minuten en vaak staat er een harde wind. Dat is meteen ook het mooie van deze plek.’

‘Voor de hoofddraagconstructie hebben we gekozen voor een casco van gelamineerde houten elementen. Vanuit ons 3D-model zijn alle elementen in een fabriek in Oostenrijk op maat gemaakt, inclusief alle details die vooraf zijn ingefreesd. Die details zijn samen ontwikkeld met de lokale aannemer Koos Klapwijk, die hier letterlijk om de hoek is gevestigd. Een toevalstreffer. Het was een feest om de technische uitwerking in nauwe samenwerking naar een hoger plan te tillen. We hebben veel oplossingen uitvoerig en op ware grootte getest, zoals de wijze waarop het glas direct aan de draagconstructie is bevestigd. Door de eliminatie van intermediairs zoals kozijnen en tussenstijlen is er nu ongehinderd uitzicht op het landschap en het meer. Binnen en buiten vloeien in elkaar over: het landschap wordt onderdeel van de architectuur en vice versa.’

DE OPDRACHT EN HET PROCES

JN: ‘De opdrachtgevers zijn mijn ouders, die beiden geen achtergrond in de architectuur of bouw hebben. Dat wil niet zeggen dat ze er geen mening hebben over hebben. De lange termijn ambitie maakte het mogelijk om de tijd te nemen voor het ontwerpproces. Die factor tijd is heel belangrijk om alles goed te onderzoeken en continue te blijven verfijnen. Op een gegeven moment heb ik Frederik, een bevriende architect, gevraagd om mee te werken aan het project. Zo hadden we een onafhankelijke en objectieve schakel in het proces. Want onbewust heb je toch bepaalde dingen van elkaar aangenomen, omdat je denkt de ander goed te kennen. En dan blijkt het toch nèt anders te liggen.’

‘Mijn vader kende deze plek goed vanuit zijn jeugd. Er stond een onbewoonbaar huis op het kavel. Daarom zijn we er eerst een zomer gaan kamperen, om de locatie goed te leren kennen. We hadden immers tijd om dat te doen. Onze analyses waren grondig.  Waar komt de zon op, hoe waait de wind? Waar zijn de mooie uitzichten en waar wil je juist luwte? Op basis van die gegevens hebben we de stramienen en oriëntatie van de gebouwen bepaald. Met piketpaaltjes, touw en verhuisdozen hebben we geëxperimenteerd met de positionering van architectonische elementen als ramen en wanden.’

‘Aanvankelijk oordeelde welstand – terecht – kritisch over onze plannen. Je bouwt toch iets nieuws met een heel eigen karakter in het buitengebied. Eigenlijk heeft de commissie vanaf het begin constructief meegedacht. Het overleg met vakgenoten maakt je wel scherp. Architectuur gedijt goed bij weerstand: het wordt er beter van.’

‘Door het gebruik van een kruislaags houten systeem ging de bouw ontzettend snel: in een week stond het casco en een week later was het huis wind- en waterdicht. Deze snelheid was ook van belang om de kwetsbare locatie zoveel mogelijk te ontzien. Die intensieve betrokkenheid bij het bouwen vind ik ontzettend leuk en leerzaam. In dit geval krijg je sommige details ook nog eens op brute wijze “terug”. Ik moet hier zelf de ramen lappen en op de blaren zitten als dat lastig blijkt. Het voordeel is wel dat ik kan blijven ontwikkelen, verbeteren en zelfs bouwen: we gaan komende zomer een boothuisje maken. Ja, ik ben heel dankbaar dat ik op deze plek een huis heb mogen bouwen.’

VISIE, AMBITIE EN PASSIE

JN: ‘Mijn passie in architectuur ligt uiteindelijk toch in het realiseren van projecten, het fysiek verwezenlijken van een ruimtelijk plan. Voordat dat zover is, beweeg je je als architect in een relatief complex krachtenveld waarop je telkens moet reageren om het beste resultaat te kunnen krijgen. Het geeft veel voldoening als een ontwerp ook echt wordt gemaakt, dat je vanuit de fases met de maquettes met een aannemer over het bouwterrein loopt en de puntjes op de i kunt gaan zetten. Die laatste vijf procent – het goed krijgen van de details – zijn cruciaal.’

‘Ik geloof niet dat Studio Nauta een specifieke handtekening heeft. Er is wel een consistente aanpak. Je werkt met de plek, een budget en de wensen van de opdrachtgever: dat zijn je bouwstenen. Nadat je die hebt ontrafeld, zet je de opgave opnieuw in elkaar. Zo doen we dat inmiddels vijf jaar, zo lang als mijn architectenbureau bestaat. Ik ben dat dus niet alleen, we werken als een team.’

‘Met onze ontwerpen willen we graag een maatschappelijke bijdrage leveren en een bijdrage aan de architectuur van deze tijd. Dat doen we door nieuwe dingen te ontwikkelen: zowel op het vlak van typologie als de bouwtechniek. Ik ben wel trots op wat we doen en tot op heden hebben gedaan. Op het moment dat er iets staat – fysiek aanwezig is en langer leeft dan ik – geeft dat een geruststellend gevoel.’

‘Een lang gekoesterde en inmiddels in vervulling komende droom is om publieke gebouwen te maken. Op dit moment hebben we het geluk om aan twee basisscholen te mogen werken. Dat zijn opgaven met heel specifieke opdrachtgevers en gebruikers. Het heeft direct te maken met de maatschappelijke bijdrage die we met ons werk willen leveren.’

DE BETEKENIS VAN DE ABE BONNEMA PRIJS EN DE NOMINATIE

JN: ‘Tweemaal is geen scheepsrecht! In 2016 was ik ook al genomineerd en ik weet dus uit eigen ervaring hoeveel dat betekent. Het is een enorme waardering om door een dergelijke vakjury te worden genomineerd. Dat geeft je in de eerste plaats veel zelfvertrouwen. Maar daarnaast geeft het je ook een gezicht in het publieke domein: ik heb veel reacties gekregen op de nominatie, uit het hele land. Open sollicitaties, nieuw werk. En dan nu opnieuw een nominatie, dat is waanzinnig.’

‘Zoals Abe Bonnema zijn eigen huis als laboratorium zag om onconventionele oplossingen te toetsen en te bewijzen, zo heb ik dat hier bij het Huis aan het Meer ook kunnen doen. Ik hoop dan ook van harte dat het lukt om opdrachtgevers te vinden waarmee we bepaalde principes uit het huis in toekomstige projecten verder kunnen ontwikkelen. Ik geloof dat een evolutionaire, maar experimentele werkwijze de lat steeds hoger brengt. In de ondernemende geest van Bonnema zie ik ook wel gelijkenis.’

Tekst door Caroline Kruit, opgemaakt na een gesprek op 24 oktober 2018 met Jan Nauta, op locatie in Oudega

Jan Nauta studeerde in 2011 af aan de Architectural Association School of Architecture in Londen na zijn vooropleiding in Nederland en richtte in 2013 Studio Nauta op in Rotterdam. Studio Nauta gelooft dat architectuur de manier waarop we leven kan en moet verbeteren. De architect is volgens Nauta een regisseur van verandering. Als curator werkte Nauta aan tentoonstellingen en evenementen in gerenommeerde instellingen zoals de Architectuur Biënnale van Venetië, The Barbican Arts Centre en het Bureau Europa. Als schrijver en redacteur publiceert hij in verschillende internationale bladen. In 2016 werd Jan Nauta al eerder genomineerd voor de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten met de inzending Huis Coccinelle te Biggekerke.

www.studionauta.org